Assen Debatteert: Hoe Wordt de Grondstoffenagenda een Succes?

In een levendig debat op donderdag 21 maart bespraken raadsleden en experts de toekomst van de grondstoffenagenda van Assen. Het doel? Inspiratie en ideeën verzamelen voor de agenda van 2024 tot 2030.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

Tijdens de raadsbijeenkomst werd de noodzaak van een circulaire economie benadrukt. "Nederland moet in 2050 volledig circulair zijn," aldus Koen Oosterhuis, teammanager reiniging van de gemeente Assen. Hij schetste de huidige situatie: "In 2022 zamelden we 30.000 ton afval in, wat neerkomt op 450 kg per inwoner per jaar."

De presentatie van Oosterhuis toonde aan dat Assen met een hergebruikspercentage van 71% goed presteert, maar dat er ruimte is voor verbetering. "Ondanks onze inspanningen blijft het hergebruikspercentage marginaal stijgen," gaf hij toe. De discussie richtte zich vervolgens op manieren om de hoeveelheid restafval te verminderen en de kwaliteit van deelstromen te verbeteren.

Een belangrijk discussiepunt was de keuze tussen voor- en nascheiding van afval. De SP vroeg zich af hoe nascheiding technisch gezien plaatsvindt en of dit een optie is voor Assen. Oosterhuis legde uit dat nascheiding mogelijk is, maar dat het de bewustwording van inwoners kan verminderen, wat de kwaliteit van het hergebruikte materiaal negatief beïnvloedt.

GroenLinks vroeg naar de toename van restafval per inwoner. Oosterhuis wees op de impact van de coronapandemie: "Mensen waren meer thuis, wat leidde tot meer afvalproductie." De partij drong aan op meer voorlichting en lagere kosten om afvalscheiding te verbeteren.

De discussie werd afgesloten met een werksessie, waarin raadsleden ideeën uitwisselden over het verminderen van restafval en het verbeteren van de kwaliteit van deelstromen. "We hopen op een agenda waar we allemaal achter staan," aldus Oosterhuis. De input van de avond zal worden gebruikt om de grondstoffenagenda verder vorm te geven.

Met een mix van technische vragen en praktische oplossingen werd duidelijk dat Assen op de goede weg is, maar dat er nog veel werk aan de winkel is om de ambitieuze doelen voor 2030 en 2050 te halen.