Armoedeval in Assen: Onderzoek onthult verrassende cijfers

De Rekenkamercommissie presenteerde dinsdagavond een gedetailleerd rapport over de armoedeval in Assen. Het onderzoek, uitgevoerd door Onderzoeksbureauquiz, werpt nieuw licht op de financiële uitdagingen waarmee veel huishoudens in de stad te maken hebben.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

Tijdens de raadsvergadering gaf Guus Jansen, voorzitter van de Rekenkamercommissie (RKC), een korte inleiding over het rapport. "Het is voor mij de eerste keer dat ik in deze nieuwe samenstelling van de Raad en ook in deze nieuwe mooie raadzaal een rapport mag aanbieden," begon Jansen. Hij legde uit dat de armoedeval optreedt wanneer mensen die vanuit een uitkering gaan werken, financieel achteruitgaan omdat hun nieuwe inkomen lager is dan de som van hun uitkering en toeslagen.

Bert van Putten van Onderzoeksbureauquiz vervolgde de presentatie met een toelichting op de onderzoeksresultaten. Hij benadrukte dat het onderzoek zich richtte op de inkomenseffecten voor mensen die vanuit een uitkeringssituatie aan het werk gaan. "We hebben gekeken naar de inkomenseffectrapportage en de omvang van de groep die op of rond de armoedegrens leeft," aldus Van Putten.

Uit het onderzoek blijkt dat ongeveer 10% van de huishoudens in Assen leeft van een inkomen op bijstandsniveau. Dit komt neer op ongeveer 3.700 huishoudens. Van Putten merkte op dat Assen hiermee in lijn ligt met het landelijke gemiddelde, hoewel het aantal bijstandsgerechtigden in Assen hoger is dan in vergelijkbare gemeenten.

Een belangrijk onderdeel van het onderzoek was de analyse van de inkomenseffecten wanneer mensen vanuit een uitkering gaan werken. Van Putten presenteerde cijfers waaruit bleek dat de meeste huishoudens er financieel op vooruitgaan wanneer ze aan het werk gaan, hoewel de stijging vaak beperkt is. "Iedereen gaat erop vooruit, maar het is niet altijd veel," legde Van Putten uit. Hij benadrukte dat landelijke regelingen zoals huur- en zorgtoeslag een grotere impact hebben op het inkomen dan lokale regelingen.

Tijdens de presentatie werden ook vragen gesteld over de normbedragen die in het onderzoek zijn gebruikt. Een raadslid merkte op dat de normen voor energie- en woonlasten laag leken, vooral gezien de situatie in Assen. Van Putten legde uit dat de normen gebaseerd zijn op landelijke cijfers van het Nibud en dat deze niet specifiek zijn aangepast aan de lokale situatie in Assen.

Het rapport en de aanbiedingsbrief zijn inmiddels gepubliceerd en staan op de agenda voor verdere bespreking in de gemeenteraad. De presentatie heeft duidelijk gemaakt dat de armoedeval een complex probleem is dat zowel lokale als landelijke aandacht vereist.