Assen Moet Regie Nemen in Armoedebeleid: Kritiek en Aanbevelingen uit Rekenkameronderzoek

Het rekenkameronderzoek naar armoede en ongelijkheid in Assen legt bloot dat de gemeente onvoldoende zicht heeft op de effectiviteit van haar armoedebeleid. De monitoring schiet tekort, waardoor de maatschappelijke impact onduidelijk blijft. Het rapport roept op tot actie: versterk de regierol, stel duidelijke doelen en verbeter de monitoring. Het college van B&W wordt aangespoord om deze aanbevelingen te implementeren en de raad op de hoogte te houden van de voortgang.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

Tijdens de raadsvergadering in Assen werd het rekenkameronderzoek naar armoede en ongelijkheid uitvoerig besproken. Het rapport, dat op 27 maart aan de raad werd gepresenteerd, leidde tot kritische vragen over de reikwijdte en diepgang van het onderzoek. De aanbevelingen uit het rapport werden echter als noodzakelijk gezien voor de verbetering van het armoedebeleid in de gemeente.

Mevrouw Drenthe van de SP benadrukte de urgentie van het probleem: "De aanhoudende inflatie leidt ertoe dat ouders basisproducten niet meer kunnen kopen voor hun kinderen." Ze riep het college op om methodieken te ontwikkelen die een bredere doelgroep bereiken. "De stress van de ouders is stress voor de kinderen," voegde ze toe.

Meneer Witteman van het CDA vond het onderzoek lastig te interpreteren. "In Assen doen we het nog niet zo slecht," zei hij, maar hij was benieuwd naar de concrete stappen die het college zou nemen. "We moeten proberen om het beleid makkelijker en simpeler bereikbaar te maken."

De VVD, vertegenwoordigd door meneer Homan, benadrukte het belang van maximale aandacht voor het armoedebeleid. Hij stelde kritische vragen over de tijdlijn en de uitvoering van de aanbevelingen. "Wanneer wordt de regie van de gemeente zichtbaar?" vroeg hij.

Meneer Omar Salay Omar van de PvdA sprak over de noodzaak van een cultuurverandering binnen de gemeente. "Armoede in Assen is niet slechts een statistiek, maar een werkelijkheid voor velen," zei hij. Hij pleitte voor een actievere en menselijkere benadering vanuit de gemeente.

Meneer Otto van Assen Centraal en meneer Santing van Stadspartij Plop uitten hun zorgen over de herkenbaarheid van de aanbevelingen. Santing stelde: "Wij herkennen ons niet in de analyses, conclusies en aanbevelingen van het rapport."

Wethouder Staal reageerde op de vragen en benadrukte dat het college de aanbevelingen serieus neemt. "We willen met maatschappelijke organisaties in gesprek om de regiefunctie te versterken," zei hij. Hij beloofde dat het nieuwe armoede- en schuldenbeleid in september aan de raad zal worden voorgelegd.

Het voorstel om de aanbevelingen uit het rekenkamerrapport over te nemen werd uiteindelijk aangenomen met 26 stemmen voor en 5 tegen. Stadspartij Plop stemde tegen. Het debat onderstreepte de noodzaak voor een effectiever armoedebeleid in Assen, met een duidelijke regierol voor de gemeente.