Zero Emissiezone Assen: Ondernemers vragen om uitstel

In Assen is er een debat ontstaan over de invoering van een zero emissiezone in de binnenstad, die vanaf 1 januari 2025 van kracht wordt. De VVD-fractie vraagt om uitstel voor ondernemers die nog niet klaar zijn voor de transitie naar emissievrije voertuigen.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

Tijdens de gemeenteraadsvergadering in Assen werd er gedebatteerd over de geplande zero emissiezone die vanaf 2025 in de binnenstad van kracht moet worden. De VVD, vertegenwoordigd door de heer Homan, uitte zorgen over de impact van deze maatregel op lokale ondernemers. "Ondernemers hebben het zwaar gehad door de coronapandemie en zijn nog herstellende. We vragen het college om de invoering van enkele categorieën uit te stellen om hen meer tijd te geven," aldus Homan.

De zero emissiezone houdt in dat vanaf 2025 bedrijfsbusjes met een Euro 4 motor of lager niet meer de binnenstad in mogen. Vanaf 2027 geldt dit ook voor voertuigen met een Euro 5 motor, en in 2028 voor Euro 6 motoren. Voor vrachtwagens met een Euro 6 motor is er uitstel tot 2030. De VVD pleit ervoor om de handhaving voor Euro 5 motoren pas in 2029 te starten en voor Euro 6 motoren in 2030, in lijn met recent landelijk beleid.

Wethouder Ten Oever erkende de zorgen van de ondernemers en benadrukte dat de gemeente al jaren bezig is met de voorbereidingen. "We begrijpen dat de overstap veel vraagt van ondernemers. Daarom is er sinds juli 2024 een logistiek makelaar actief die advies geeft over de transitie naar elektrisch vervoer," aldus Ten Oever. Hij gaf aan dat de gemeente de effecten van de invoering in de eerste helft van 2025 zal monitoren en op basis daarvan mogelijk het beleid zal aanpassen.

De discussie over de zero emissiezone is niet alleen lokaal, maar ook landelijk van belang. De staatssecretaris heeft aangegeven in januari met de gemeente in gesprek te willen gaan over dit onderwerp. Ten Oever benadrukte dat de gemeente uiteindelijk beslist over de invoering en handhaving van de zone.

Het debat werd afgesloten met de toezegging van het college om de situatie nauwlettend te volgen en in gesprek te blijven met zowel lokale ondernemers als toeleveranciers. "We willen een ondernemersvriendelijke stad zijn en blijven," concludeerde Homan.